“Hey ouwe valsspeler! Liever lui dan moe zeker?!” Wie zo wel eens is aangesproken weet dat het mountainbiken met elektrische trapondersteuning nogal negatieve reacties kan oproepen. Maar is een e-mtb wel uitsluitend geschikt voor bikers die voornamelijk ontspanning zoeken? Of kan je er wel degelijk sportief mee biken en conditie opbouwen? We hebben op de Utrechtse Heuvelrug de proef op de som genomen.
Eerst nog even dit: op een e-mountainbike gaat helemaal niks vanzelf. Of je nu snel of langzaam gaat, zoals je in een van onze vorige blogs kan lezen, moet je op een e-mtb altijd zelf trappen. Pas dán levert de motor ondersteuning. De mate waarin de motor de berijder ondersteunt is niet alleen afhankelijk van de gekozen ondersteuningsstand, maar ook van de aard van het terrein en de mate waarin de berijder zich inspant. De maximale ondersteuning ligt bij op zo’n 300%.
Als een e-mountainbiker samen met een gewone mountainbiker een rondje rijdt, dan is het natuurlijk logisch dat de e-mountainbiker zich minder hoeft in te spannen om tot dezelfde prestaties te komen. De motor helpt immers mee met trappen.Maar wat als een e-mountainbiker alléén rijdt, of in gezelschap van ándere e-mountainbikers, en zich voorneemt om zich maximaal in te spannen? Wat gebeurt er dan? We hebben op de Utrechtse Heuvelrug, op het parkoers van Leersum, de proef op de som genomen.
Onze testrijder Henk rijdt twee keer hetzelfde ruim 18 kilometer lange, flink op- en neergaande traject afgelegd. De eerste keer op een gewone dubbelgeveerde x-country mountainbike met 29 inch wielen en 100 mm veerweg, de tweede keer op een Haibike SDURO Full Nine 7.0 met Bosch middenmotor en 120 mm veerweg voor en achter. De ondersteuning van Bosch-motor is daarbij ingesteld op de e-mtb-stand, waarbij de mate van ondersteuning die de motor levert door de software wordt gedoseerd, onder andere afhankelijk van de druk die de berijder op de pedalen overbrengt.
Op zowel de gewone mtb als de e-mountainbike is het doel een zo snel mogelijke tijd neer te zetten. Relaxen is er dus niet bij! Op z’n gewone mountainbike doet Henk iets meer dan 1 uur en 6 minuten over de 18,5 km van het testtraject. Op de e-mtb legt hij diezelfde afstand in slechts 52 minuten af. Een verschil van bijna een kwartier, maar desondanks weinig verrassend, met een motor in het vooronder. Maar wat wél verrast, is de inspanning die Henk heeft moeten leveren om tot deze snellere tijd te komen. Is de gemiddelde hartslag op de gewone mtb 164 slagen per minuut, op de e-mtb is dat 156 slagen per minuut. Dat ontloopt elkaar dus niet veel. Opvallend is bovendien dat de maximale hartslag op de e-mtb zelfs een fractie hoger ligt. 178 slagen per minuut tegen 174 slagen per minuut. Je kunt dus stellen, dat het op een e-mtb nét zo vermoeiend is om zo snel mogelijk te rijden als op een gewone mountainbike. Maar je legt daarbij het rondje wel sneller af.
Variabelen | MTB | E-MTB |
Afstand (km) | 18,5 | 18,5 |
Hoogtemeters (m) | 315 | 315 |
Rijtijd (uur:minuten) | 01:06 | 52:43 |
Gemiddelde snelheid (km/u) | 16,8 | 21,1 |
Maximale snelheid (km/u) | 37,4 | 38,9 |
Gemiddelde hartslag (s/m) | 164 | 156 |
Maximale hartslag (s/m) | 174 | 178 |
EVEN ZWARE INSPANNING MET EN ZONDER TRAPONDERSTEUNING
Als we inzoomen op een deeltraject met veel hoogtemeters, de klimsectie van Nellestein tot de Utrechtse Baan, dan zijn de verschillen nog kleiner: gemiddeld 164 hartslagen per minuut op de e-mtb versus 167 slagen per minuut op de gewone mtb. En maximaal 173 slagen per minuut versus 176 slagen per minuut. Dat zijn zulke geringe verschillen, dat ze statistisch niet significant zijn.
Wel significant is uiteraard het snelheidsverschil: over een afstand van nog geen twee kilometer doet de e-mtb 06:17, de gewone mtb klokt 08:49. Ook opvallend; niet alleen de klimsnelheid lag op de e-mtb hoger – logisch – maar óók de daalsnelheid: 38,9 km/u versus 34,6 km/u. We vermoeden dat hier vooral de extra massa én de extra veerweg van de e-mtb een rol spelen. Op de onderstaande Strava-animatie is goed te zien, hoe de e-mtb wegloopt bij de gewone mountainbike
CONCLUSIE: E-MTB KAN ÓÓK SPORTIEF BEREDEN WORDEN
De vraag of je op een e-mtb sportief kunt rijden en conditie kunt opbouwen, lijkt mij met deze test voldoende positief beantwoord. Met, als je dat leuk vindt, het bijkomende voordeel van de hogere snelheid. Het was eigenlijk vooral dat aspect waarover Henk het meest verrast was: “Omdat je zo snel omhoog gaat, moet je in klimmetjes veel meer letten op je techniek dan bij een gewone mountainbike. Hierdoor is niet alleen het dalen, maar ook het klimmen spannend en uitdagend. Als je dat wilt natuurlijk, want je kunt er ook voor kiezen gewoon relaxed omhoog trappen. Minder uitdagend, maar je komt dan wel verder met de inhoud van een acculading.”
Maar Henk merkt ook nog iets anders op: “Op de langere en steilere klimmetjes van de Heuvelrug zit ik op een gewone mountainbike met mijn hartslag al snel in ‘het rood’. Met een e-mountainbike kan ik veel gerichter trainen, omdat ik dankzij de ondersteuning van de motor mijn hartslag veel beter onder controle heb. Dat is voor mij een verassend inzicht, want het maakt van de e-mtb een ideaal trainingsapparaat.”